3 weken na haar laatste werkdag loopt ze me tegemoet bij de strandopgang waar ik haar opwacht voor haar eerste coachwandeling. Met de wind in de rug lopen we langs de kustlijn. De doordeweekse vrije tijd voelt voor haar ongemakkelijk en onrustig brandt ze los. Ze omschrijft haar ontslag als volgt: een linkse hoek, na een paar rechtse stoten.
De afgelopen jaren heeft ze 2 opeenvolgende reorganisaties overleefd. Voor haar betekenden beiden juist een rol in de nieuwe bedrijfsinitiatieven. Toch was het een ware uitputtingsslag. Ze leefde mee met de vertrekkende collega’s. En naast haar eigen werkzaamheden werd ze volledig in beslag genomen door het opvangen van hun achtergebleven werk. Haar naasten verklaarden haar voor gek.
Uiteindelijk overkwam het haar zelf in de 3e ronde. De zaken waren helaas weer anders gelopen dan voorzien. Het gesprek waarin haar de boodschap werd gegeven was kort en onprettig. Ze voelde zich van de ene op de andere dag totaal nutteloos.
’s Nachts ligt ze er wakker van. Dan denkt ze: waar heb ik het allemaal voor gedaan.
Verder gaat het ‘op zich’ best goed, zegt ze. Ze doet nu dingen waar ze nauwelijks aan toe kwam door de lange werkdagen en de overuren in het weekend. Lang tafelen, laat naar bed gaan, sporten en vooral niet meer elke dag in de file staan en op haar telefoon kijken.
Wel zou ze zou nog graag een keer haar baas spreken. Het afscheid was kil en zakelijk. Soms zijn er momenten dat ze denkt: ‘ik bel haar op. Misschien geeft ze me nog antwoorden. Bijvoorbeeld: wat heeft je doen besluiten om deze keuze op mij laten vallen? Dubieus. Misschien kom ik er wel achter dat ik minder goed ben in mijn werk dan ik zelf dacht.’
En zo stelt ze die confrontatie elke keer uit. Want wat haar baas ook zegt: de situatie blijft onveranderd en in nog meer twijfels heeft ze geen zin.
De vraag aan mij is: wat nu? Ze is 39 jaar. Als ze er iets van wil maken moet ze niet te lang bij de pakken neer blijven zitten. Snel terug ergens. De ontwikkelingen gaan hard. Nu is ze scherp, up-to-date qua kennis en over een half jaar misschien wel te veel ingedut.
Van haar haast raak ik niet onder de indruk. Zo komen we op de vraag: heeft ze er nog genoeg lol in om weer alles opzij te zetten voor soortgelijk werk. Wat heeft ze over voor een nieuw avontuur?
Als we ons gesprek hebben afgerond, raad ik haar aan nog even achter te blijven op het strand. Gewoon wat turen naar de zee. Daar heeft ze nu de tijd voor. Bij noordwestenwind is de golfslag prachtig. De zee komt en de zee gaat.
En in onze volgende ontmoeting wringt daar ook voor haar de schoen. Dat de zee komt en gaat, à la, maar die reorganisaties hadden, bij wijze van spreken, dezelfde regelmaat…. Het lucht haar enorm op om het hardop uit te spreken: eerlijk gezegd is ze daar wel eventjes hartstikke klaar mee.
Medialand blijft voor haar een inspirerende omgeving maar kent tegelijkertijd een grillige arbeidsmarkt. Bij de concurrent zal het heus niet anders gaan.
De uitholling, de extra werkdruk, ingekrompen budgetten. Ze ziet die dagelijkse sores niet meer zitten. Van die wetenschap knapt ze zienderogen op. Zij werkt het liefst met een eigen team. Ze heeft haar sporen verdiend en haar netwerk opgebouwd. Dat het landschap verandert, begrijpt ze heel goed. Maar voor haar is de afhankelijkheid voorbij, ze wil nu de vrijheid hebben om haar eigen keuzes te maken. En zelf bepalen wanneer ze komt en gaat.
Dat lijkt me niet zo gek en daarop borduren we voort.
Dit is een blog van Marjolein Katgerman. Het staat je vrij om deze publicatie te delen. Als zelfstandig loopbaancoach werk ik voor mijn eigen bedrijf: m a r j o l e i n k. Wil je meer weten? Laat een reactie achter of neem contact op via marjolein@marjoleink.nl of 06-29106407.